Home » Blog » Primair hyperaldosteronisme bij een kat – Hans Kooistra

Primair hyperaldosteronisme bij een kat – Hans Kooistra

Hans Kooistra, dierenarts-endocrinoloog voor honden en katten, Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren, Faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht.

Primair hyperaldosteronisme is een bijnieraandoening die niet alleen bij de mens voorkomt maar ook regelmatig bij de kat wordt vastgesteld. Er zijn nogal wat overeenkomsten in het ziektebeeld bij mens en kat. Bij zowel mens als kat leidt de overmaat aan aldosteron in het bloed tot een verminderde spierfunctie (ten gevolge van te weinig kalium) en/of hoge bloeddruk. Bij zowel mens als kat betreft het een diagnose die helaas vaak gemist wordt. Om die reden worden de patiënten vaak alleen symptomatisch behandeld. Ter illustratie maken we kennis met Felix.

Patiënt

rode kat PHAFelix, een 12-jarige Europese korthaar kater, wordt aangeboden bij de Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren, omdat hij tijdens het lopen steeds door zijn poten zakt. Ook kan Felix niet meer op de bank en het aanrecht springen. Verder heeft de eigenaar sterk het idee dat Felix niet meer goed ziet.
Bij het lichamelijke onderzoek wordt vastgesteld dat de pupillen erg groot zijn en niet kleiner worden als er met een lampje in de ogen wordt geschenen. Oogonderzoek laat zien dat er bloedingen in het oog aanwezig zijn en dat het netvlies in beide ogen losgelaten heeft. Deze oogveranderingen gaan bij katten vaak samen met hoge bloeddruk. Bloeddrukmeting laat zien dat de kat inderdaad een erg hoge bloeddruk heeft. Bloedonderzoek toont dat de kaliumconcentratie veel te laag is, hetgeen de spierzwakte kan verklaren. Omdat de combinatie van spierzwakte, ten gevolge van een tekort aan kalium, en de hoge bloeddruk goed verklaard zou kunnen worden door een overmaat aan aldosteron, wordt verder bloedonderzoek verricht. Hieruit blijkt dat de aldosteron concentratie in het bloed veel te hoog is, terwijl de renine activiteit in het bloed juist heel laag is. Dit wijst op primair hyperaldosteronisme. Echografisch onderzoek van de buik van Felix laat zien dat de oorzaak een tumor van de rechter bijnier is. Omdat deze tumor mogelijk kwaadaardig kan zijn, kiest de eigenaresse voor het operatief laten verwijderen van de bijniertumor. De operatie verloopt voorspoedig en bij de controle 6 weken na de operatie blijkt dat de spierzwakte geheel verdwenen is. De veranderingen in het oog zijn echter blijvend, waardoor Felix nu verder blind door het leven moet. Volgens de eigenaresse redt Felix zich echter uitstekend met deze handicap.

Nawoord

Deze patiëntbeschrijving laat fraai zien dat primair hyperaldosteronisme ook voorkomt bij de kat. De oorzaken van deze bijnieraandoening zijn heel vergelijkbaar bij mensen en katten. Zowel bij mensen als bij katten zijn de twee meest voorkomende redenen voor het krijgen van primair hyperaldosteronisme 1) een bijniertumor of 2) een (meestal beiderzijdse) hyperplasie van de bijnieren. Van beide is niet precies bekend waarom het ontstaat. Onderzoek bij katten met deze aandoening zou van nut kunnen zijn bij het achterhalen van de achtergrond van de aandoening bij de mens.

Bij zowel mensen als katten wordt primair hyperaldosteronisme nogal eens gemist door de artsen. Als een kat wordt aangeboden met spierzwakte dan zal een dierenarts vaak wel denken aan een laag kaliumgehalte als oorzaak. Als het kaliumgehalte in het bloed dan laag is, dan wordt kalium toegediend aan de kat. Echter, er wordt vaak niet onderzocht wat de oorzaak van het lage kaliumgehalte is. Zo wordt de diagnose primair hyperaldosteronisme dus gemist.

Hetzelfde scenario voltrekt zich als bij een kat hoge bloeddruk wordt vastgesteld. Net als bij mensen worden er dan vaak medicijnen ingezet om de bloeddruk te verlagen, maar zoeken naar de oorzaak van de hoge bloeddruk blijft vaak achterwege. Wederom wordt zo de diagnose primair hyperaldosteronisme dus gemist, zoals ook blijkt uit de blog van Jaap Deinum.

Het zou geweldig zijn als artsen en dierenartsen bij patiënten met hoge bloeddruk en/of spierzwakte zouden denken aan de mogelijkheid van primair hyperaldosteronisme. Zonder diagnose zullen alleen de symptomen behandeld worden, zonder dat de overmaat aan aldosteron wordt bestreden.

2 reacties

  1. Margot Ekhart, vrijwilliger Bijniervereniging NVACP, o.a. Werkgroep Conn/PHA zegt:

    Goed uitgelegd waarom de diagnose (bij zowel mens als dier) vaak gemist wordt: er wordt niet naar de achterliggende oorzaak van een geconstateerde afwijking gezocht.

    Nog een valkuil bij het stellen van/zoeken naar een diagnose :
    Een laag kalium is in zo’n 50% van de gevallen (nog) NIET aanwezig bij een Conn/PHA.
    Er kan dus wél sprake zijn van een primair hyperaldosteronisme zónder een laag kalium!
    Het kan namelijk zijn dat er nog niet helemaal is ingeteerd op de aanwezige kaliumvoorraad in het lichaam.

  2. Joop Kocken zegt:

    Mei 2019 vertoonde mijn 13 jarige poes Daisy ineens een hangend kopje (‘broken tulip syndroom’). Ze wilde die ochtend ook al niet meer eten. De dagen ervoor niets vreemds bij haar opgemerkt. Naar de dierarts met spoed. Bloedonderzoek gaf een laag kaliumgehalte (2,60). Zelfde avond door naar MCD Amsterdam. Infuus met kalium en toen dat na 2 dagen niet hielp geforceerd infuus. Dat gaf een lichte verbetering. Intussen had een echoscopie een tumor in de buurt van de bijnier laten zien. Echter er was GEEN sprake van hoge bloeddruk. Daarom werd gekozen even te wachten met operatie op aanvullend bloedonderzoek. Ze mocht mee naar huis in afwachting van de uitslag van bloed onderzoek. IZe wilde echter nog steeds niet eten dus werd een slang voor sondevoeding bij de hals ingebracht. Medicatie daarbij: kalium poeder en hormoonremmer voor het aldosteron. kalium waarde was in deze periode 3.4.
    Na de tweede dag van de opname en ook thuis verder geen spierzwakte geconstateerd.

    Na bevestiging door het bloedonderzoek van de diagnose kon ze geopereerd worden. Deze verliep voorspoedig. Een week daarna at ze ook weer normaal. Kalium was inmiddels goed. Verder geen bijzonderheden.

    Het niet willen eten was gedurende deze 3 tot 4 weken eigenlijk het grootste probleem. Met name voor haar baasje.

Reacties zijn gesloten.