Gerrit van den Berg is sinds een kleine 30 jaar werkzaam als internist-endocrinoloog. Met name betrokken bij de zorg voor patiënten met hypofyse tumoren.
Het dreigende verlies van goed dokterschap
Digitalisering is ook voor de gezondheidszorg onontkoombaar. Vrijwel alle ziekenhuizen zullen inmiddels zijn overgestapt op een vorm van een elektronisch patiëntendossier of EPD. De prijs van de invoering hiervan, ook letterlijk, is echter dermate hoog dat enige bezinning op zijn plaats is. Getuige diverse noodkreten, ook in de internationale literatuur, is dit een mening die breed gedeeld wordt. Onderstaand zijn ter illustratie enige referenties bijgevoegd.
De basis van ons vak – het contact tussen arts en patiënt, maar ook het contact tussen verpleegkundige en patiënt – komt door de huidige wijze van digitalisering in het gedrang. Dit begint al met de elektronische aanmeldzuil of paal bij binnenkomst van de polikliniek. Het persoonlijke contact is hier volledig wegbezuinigd. Daarnaast ontbreekt het de paal uiteraard aan bijsturend vermogen, als de afspraak net wat anders in elkaar zit dan gebruikelijk. Het aanmelden is echter noodzakelijk om de registratie binnen het EPD te kunnen opstarten. De volgende stap is het binnenhalen van de patiënt. Onder het mom van privacy overwegingen dient dit te verlopen middels nummertjes, schermen aan de muur waarop deze worden geprojecteerd, en een belsignaal, waarop de arme patiënt zelf zijn weg dient te zoeken in het bescheiden doolhof van de spreekkamers. Met name oudere patiënten haken op dit punt af. Naast het onpersoonlijke aspect gaat hier ook een belangrijk stuk klinische informatie verloren, vanuit het observeren van de patiënt terwijl hij komt aanlopen. In de spreekkamer ontstaat het volgende probleem. De administratie druk en het gebruiksongemak van de diverse systemen is dermate groot, dat een aanmerkelijk deel van het consult al typend en turend naar het beeldscherm wordt doorgebracht, hetgeen uiteraard ten koste gaat van het directe contact met de patiënt. Een gênante gang van zaken, waarvoor ik mij regelmatig verontschuldig. Waarbij de vele uren nodig voor de voorbereiding en uitwerking van een dergelijk spreekuur nog niet zijn meegeteld. Een groot aantal van ons besteedt inmiddels een aanzienlijk deel van zijn prive tijd aan deze bezigheden. Zonder dat al dit extra werk nu tot veel meerwaarde leidt, integendeel. De EPD’s zijn onoverzichtelijk, mede door het woud aan notities, brieven, documenten, welke in zeer korte tijd ontstaat, waarbij ieders nachtmerrie is, dat binnenkort toch een stukje essentiële informatie wordt gemist. Op de afdeling is een andere exponent van dit systeem aanwezig, de zogenaamde Computer on wheels, of COW. Het idee is dat aan het bed al zoveel mogelijk informatie wordt ingevoerd, waarbij onze verpleegkundigen ook nog worden belast met een groot aantal extra registraties. Scorelijsten komen zo in de plaats van de ervaren klinische blik. Het spreekt vanzelf dat ook dit ten koste gaat van het directe contact met de patiënt, soms wordt deze zelfs letterlijk aan het beeld onttrokken door de tussengeplaatste COW.
Laat de dokter toch weer dokteren – NRC
Het Financiële Dagblad, 3 augustus 2018, p 9
Kleinschaligheid is de sleutel – Medisch Contact
New York Times – Health issue – What we lose with data driven medicine
When you talk to patients, do you look at them or at a computer?
Al met al is enige bezinning op zijn plaats, aangezien de nadelen nu ruimschoots de overhand hebben. De technologie biedt zeker mogelijkheden, doch dient aanmerkelijk gebruiksvriendelijker te worden. Daarnaast kent de voortdurende roep om registratie en documentatie zijn schaduwzijde. Hopelijk is de huidige Titanic nog in veilig vaarwater te krijgen.
Het is inderdaad veel onpersoonlijk geworden. Maar de verpleegkundigen balen er zo van dat ze 70 % bezig zijn met de computer en 30 % bij de patiënt. Toch zijn er nog veel die vanuit hun roeping dit mooie vak hebben gekozen. Ook zij zijn in hun vrije tijd bezig om de computer gegevens in te voeren omdat zij het waardevoller vinden om even naar het verhaal achter de patiënt te horen. Mijn lieve vriendin vanuit haar hart de verpleging ingegaan vindt het niet “leuk” meer en ze “moet” nog 6 jaar tot haar AOW maar ze heeft al aangegeven aan de administratie dat zij open staat om met een zgn. gouden handdruk het ziekenhuis te willen verlaten, dan kan ze heel erg fijn om voor mensjes in haar wijk zorgen.
Gelukkig kan de endocrinologe die ik heb met 10 vingers blind typen dus kijkt ze niet op haar scherm als ze mijn verhaal en hoe het gaat aanhoort. Ook neemt ze de tijd wat ik erg fijn vind. Maar die vreselijke digitalisering is ook nodig in deze tijd waarbij alles en iedereen overal een digitale print achter laat. Hopelijk wordt die druk in de komende jaren steeds minder omdat Robots het intypen gaan over nemen en dat de arts dan alleen hoeft te praten net als vroeger dat de secretaresse alle spreekuren via een bandje terug kon horen en dat uittypen.Ik hoop dat het allemaal eenvoudiger en menselijker wordt. Wel wil ik afsluiten met de grote dank voor alle artsen, verpleegkundigen en huisartsen die toch nog meestal uit roeping voor ons willen zorgen.
Geachte heer van den Berg,
Ik meld altijd iedereen, indien het ter sprake komt (op feesten, bruiloften en andere aangelegenheden), hoeveel belang ik hecht aan een academisch ziekenhuis, want goed onderzoek e.d. kan altijd iets opleveren en trouwens persoonlijk (klinkt egoïstisch, maar niet zo bedoeld) heb ik daar echt heel veel profijt van gehad. U kent mijn status maar al te goed.
Natuurlijk is er altijd wel wat te mekkeren en dat doe ik dan ook graag, maar waar het UMCG nu mee bezig is?? Dat is voor een practisch (maar ook creatief, hoor) persoon, onbegrijpelijk.
Ik heb niets tegen automatisering, technische snufjes e.a. ontwikkelingen. Al was het alleen al, omdat we zo meer tijd voor nuttige dingen overhouden, zoals bijvoorbeeld een goed (menselijk) contact, waarbij we meer begrip krijgen voor de problemen waar mensen mee kunnen zitten (worstelen is iets voor oude Grieken en Romeinen).
Je wilt als mens weten waar je aan toe bent, of het nu gaat om het maken van een toekomstige afspraak, een verwijzing, of….. ? Maar zeker als je verder moet met een behandeling.
De laatste keer dachten we echt: ‘Waar zijn we nou weer terechtgekomen?’ Het was nog net niet een keldertje, maar wel een achterafje. Door onderzoek, vindingen e.a. ontwikkelingen gaat het, denk ik, met de diabeteszorg een hele goede kant op. Wil men er daarom vanaf? Denkt men dat patiënten het nu wel alleen af kunnen? Zo van: ze zoeken het maar uit?
Ik hoop maar, dat ze op bestuurlijk niveau tot goede conclusies komen en techneuten het niet alleen voor het zeggen krijgen. Voor 2019 wens ik u een stressloos jaar toe met veel tevreden patiënten, mooie zeilpartijen en plezier met familie en alle andere dingen, waar u van houdt.
Met een hartelijke groet van een (zeer) tevreden patiënt.
Geachte heer van den Berg,
Tijdens mijn laatste consult d.d.10-01-2019 stond U in de digitale moppermodus.
Het had te maken met uw kritische stukje
“De paal en de koe”
Dat heb ik inmiddels gelezen.
Ik geef u volkomen gelijk.
Toen ik in Sneek vanmiddag aan de paal stond (bloeddprikken) dacht ik aan u.
Net zoals u houd ik meer van meerpalen op het vrije water.De meerpaal geeft je houvast.
De Ziekenhuispaal laat je drijven.
Zijn we net van de verzuiling af en hup daar is nieuwe onpersoonlijke verzuiling .Nog lang hoop ik van uw toch wat licht-vileine glimlach te mogen genieten.De belangrijkste info van iemand komt toch vaak non-verbaal binnen.Ik houd daarvan! Dat kan natuurlijk alleen als u even niet op dat verdomde scherm hoeft te kijken. Succes met uw verdere digitale strijd.Bij het volgend consult kijk ik op geen enkel scherm en reken ik op persoonlijke begeleiding richting spreekkamer.Lucht gerust uw hart dan even,daarna bekijken we de waarden nog even .
Hart groet.
Bert Barends. Sneek..Een zeer dankbare en tevreden patiënt.