In de ideale wereld werken de medisch specialist, bedrijfsarts en verzekeringsarts samen
Artikel naar aanleiding van een interview met Sylvia van der Burg – Vermeulen (verzekeringsarts en bijzonder hoogleraar Sociale Verzekeringsgeneeskunde) en Mustafa Donmez (bedrijfsarts).
Het interview heeft plaatsgevonden in het kader van het door ZonMw mogelijk gemaakte project “Arbeidsparticipatie: mogelijkheden benutten, awareness vergroten”.
Inleiding
Wanneer een werknemer ziek wordt, dan krijgt deze op enig moment te maken met zorgprofessionals voor de behandeling en met arboprofessionals voor ondersteuning om aan het werk te kunnen blijven of voor re-ïntegratie om weer in werk terug te kunnen keren. Het hebben van werk is voor mensen een essentieel onderdeel van het leven. Bekend is dat mensen met een bijnieraandoening minder vaak in staat zijn hun werk te behouden. Een betere samenwerking tussen de medisch specialist, bedrijfsarts en verzekeringsarts zou kunnen helpen. Hoe krijgt de samenwerking dan vorm?
Verschillende werkdomeinen
De internist-endocrinoloog en de bedrijfsarts en verzekeringsarts werken in andere domeinen. Eerstgenoemde in de zorgsector met bijpassende wet- en regelgeving geldend voor de zorgsector. Bedrijfsartsen en verzekeringsartsen werken binnen de kaders van arbowet- en regelgeving voor gezond en veilig werken en de sociale zekerheid. Het zijn twee totaal gescheiden werelden en structuren voor samenwerking, rekening houden met het recht op privacy van de medewerker/patiënt, ontbreken. Daarenboven zijn de professionals maar mondjesmaat bekend met elkaars expertise, wetenschappelijke richtlijnen en wettelijke kaders. Dit leidt tot terughoudendheid in het verstrekken van informatie, zoals geschetst door internist-endocrinoloog Annenieke van der Ven in haar blog gepubliceerd op BijnierNET.nl. De patiënt/werknemer is hier niet mee geholpen.
Mustafa Donmez, bedrijfsarts, en Sylvia van der Burg – Vermeulen, verzekeringsarts en bijzonder hoogleraar Sociale Verzekeringsgeneeskunde, laten een eensluidend boodschap horen: “in de ideale wereld werken de zorgprofessionals en de arboprofessionals samen, omdat werk een essentieel onderdeel is van het leven”. Zij noemen enkele werkwijzen die direct kunnen helpen om samen te werken.
- De bedrijfsarts of verzekeringsarts zoekt de medisch specialist op. Letterlijk, even een belletje. Wanneer er sprake is van een bijnieraandoening dan is het belangrijk om te weten welke verschijnselen effect hebben op het werk en hoe de patiënt daarmee kan omgaan. Bijnieraandoeningen zijn zeldzaam, als bedrijfsarts of verzekeringsarts kom je dit dus maar heel weinig tegen en daarmee ontbreekt kennis en ervaring bij de arbo-professional en is hulp van de medisch specialist direct in te zetten bij de advisering over de inzet op het werk.
- De medisch specialist zou de patiënt kunnen waarschuwen voor de zogenoemde “medische afzakkers”. Aangezien een bijnieraandoening nogal eens sluimerend optreedt, zoeken patiënten oplossingen om toch werkzaamheden te kunnen blijven doen. Eén van deze oplossingen kan zijn dat de patiënt besluit om minder uren per week te gaan werken in plaats van een ziekmelding. Wanneer dit niet is besproken met een bedrijfsarts en de achtergrond van de aanpassing in de arbeidsduur niet is vastgelegd in een dossier, dan kan dat vervelend uitpakken voor de patiënt. Als de patiënt op een later moment alsnog te maken krijgt met verzuim en langer durende arbeidsongeschiktheid dan is alleen het laatstverdiende, en dus lagere loon verzekerd. Dat betekent dat een eventuele uitkering ook lager uit zal vallen. Het is raadzaam dat de medisch specialist de patiënt adviseert om naar de bedrijfsarts te gaan wanneer de bijnieraandoening invloed heeft op het werkfunctioneren. De bedrijfsarts kan samen met de patiënt kijken welke mogelijkheden er zijn voor ondersteuning en werkaanpassing.
- De medisch specialist kan de patiënt adviseren met het UWV contact te zoeken om het dossier te heropenen wanneer er uiteindelijk 104 weken na de eerste ziektemelding er alsnog een diagnose gesteld kon worden.
Uit de twee laatste voorbeelden blijkt het belang van enige kennis van de regels in de sociale zekerheid. Mustafa en Sylvia zouden graag hierover kennis delen met medisch specialisten. Al is dat voor een betere samenwerking nog altijd niet voldoende.
Twee oplossingen
1.
In de zorgpaden voor behandelingen zou de mogelijkheid moeten zijn dat een bedrijfsarts of verzekeringsarts voor advies wordt geraadpleegd. Zij kunnen de belastbaarheid van de patiënt in kaart brengen en concrete adviezen geven waar de patiënt/werknemer tijdens de re-integratie mee verder kan.
2.
Een chronische aandoening kan invloed hebben op het functioneren op het werk. Het hebben van werk heeft weer invloed op de ervaren kwaliteit van leven. Arbeidsgeneeskundige expertise, zoals dat van een bedrijfsarts, zou toegevoegd kunnen worden aan het multidisciplinaire overleg in de zorginstelling. Bovendien kan de arbeidsgeneeskundige, werkzaam in de zorginstelling, helpen bij het beantwoorden van informatievragen van de verzekeringsarts. Voor meer informatie wordt verwezen naar de Richtlijn Arbeidsparticipatie voor medisch specialistische richtlijnen.
Bruggen bouwen
Om in de beeldspreek te blijven van endocrinoloog Annenieke van der Ven: voor de samenwerking zijn bruggenbouwers nodig, waardoor de zorg en de kwaliteit van leven van de patiënt / werknemer verbeteren. Bovenstaande drie werkwijzen kunnen direct leiden tot verbeteringen. Voor de twee laatstgenoemde oplossingen moet bewijs van de effectiviteit geleverd worden op basis van wetenschappelijk onderzoek.