Home » Basisteksten over bijnieraandoeningen » Bijnierschorsinsufficiëntie » Verdiepingsartikelen over bijnierschorsinsufficiëntie » Immuuntherapie en de bijnieren – verdiepingartikel

Immuuntherapie en de bijnieren

Binnen de medische oncologie is immuuntherapie een behandelmogelijkheid die sterk in opkomst is. Hiermee worden zeer mooie behandelresultaten geboekt in situaties waarin tot voor kort nauwelijks of geen behandeling beschikbaar was. Een goed voorbeeld is een uitgezaaid melanoom. Ook bij andere kankersoorten (bijvoorbeeld long-, nier- en blaaskanker) is immuuntherapie al standaard onderdeel van de behandeling en de verwachting is dat het aantal indicaties alleen maar zal toenemen. Op termijn zal immuuntherapie waarschijnlijk ook op diverse terreinen worden ingezet als adjuvante behandeling na volledige operatieve verwijdering van kanker, zoals recent bij het hoog-risico melanoom is ingevoerd. Het doel van zo’n ‘nabehandeling’ is de kans dat de ziekte terugkomt, kleiner te maken.

Nadelen

Zo’n grote vooruitgang in de mogelijkheden voor de behandeling van kanker  wordt natuurlijk toegejuicht. Het is ook belangrijk om stil te staan bij mogelijke nadelen. Immuuntherapie werkt door in het eigen immuunsysteem van de patiënt een bepaalde rem te blokkeren, zodat de eigen afweercellen beter de schadelijke kankercellen kunnen herkennen én kunnen opruimen. Dit mechanisme kan echter ook tot gevolg hebben dat de afweercellen té actief worden. In zo’n geval worden niet alleen de kankercellen aangevallen, maar ook de gezonde cellen. Zo’n ‘doorgeschoten’ afweerreactie, in feite een soort auto-immuun reactie, kan in ieder orgaan plaatsvinden: de darmen, de longen, de lever, noem maar op. Uiteraard kan dit ook gebeuren in de bijnieren, of in het orgaan dat de bijnieren aanstuurt: de hypofyse.

Auto-immuun reactie van de bijnieren

Wanneer de bijnieren worden aangevallen, is het gevolg een bijnierinsufficiëntie zoals bij de ziekte van Addison. Het is heel belangrijk dat dit tijdig wordt gesignaleerd, omdat een zogenaamde bijniercrisis fataal kan aflopen, zoals elders op deze site heel duidelijk wordt uitgelegd. De moeilijkheid hiervan is dat de bijnierinsufficiëntie heel geleidelijk kan ontstaan waardoor de klachten ‘erin sluipen’. Ook kunnen de klachten lijken op andere symptomen die patiënten met kanker nu eenmaal vaak hebben (moeheid, malaise, veranderde ontlasting) en de klachten kunnen ook als ‘algemene’ bijwerking van de behandeling optreden, zonder dat er iets met de bijnieren aan de hand is. Tenslotte kan de timing verraderlijk zijn: dit soort immuuntherapie-gerelateerde bijwerkingen kunnen pas heel laat optreden, tot wel een jaar na het laatste infuus van de immuuntherapie! Bovendien kan de bijnierinsufficiëntie blijvend zijn, waardoor patiënten levenslang vastzitten aan substitutietherapie met hydrocortison. Gelukkig komt een auto-immuun ontsteking van de bijnieren als bijwerking van immuuntherapie maar heel weinig voor, maar anderzijds betekent dat ook dat het makkelijker over het hoofd kan worden gezien, simpelweg omdat er niet aan wordt gedacht.

Ontstekingsreactie van de hypofyse

Wanneer er een ontstekingsreactie in de hypofyse plaatsvindt, kan het gevolg zijn dat de aansturing van schildklier, bijnieren, en/of geslachtsorganen niet meer goed werkt. Er kan op die manier dus een tekort van de door deze organen geproduceerde hormonen ontstaan met dezelfde symptomen van (bijvoorbeeld) bijnierinsufficiëntie als gevolg. Los van deze gevolgen gaat een ontsteking van de hypofyse soms gepaard met forse hoofdpijn en soms, door zwelling van de hypofyse en daardoor beïnvloeding van de oogzenuwen, met oogklachten. Ook de hypofyse-ontsteking is een zeldzame bijwerking, waar actief naar moet worden gezocht door de behandelend arts. Of een door immuuntherapie veroorzaakte ontsteking weer herstelt is niet goed bekend, er zijn zowel gevallen van herstel als van blijvende uitval beschreven, wat dus ook weer levenslange hormonale substitutietherapie kan betekenen.

Ervaring opdoen

Momenteel wordt er steeds meer ervaring opgebouwd met immuuntherapie en wordt er ook tussen verschillende disciplines (endocrinologie, medische oncologie, longziekten) kennis gedeeld en ervaring uitgewisseld. Dit is ook heel belangrijk gezien de verwachte stijging van het aantal patiënten. Uiteraard moeten patiënten goed worden voorgelicht zodat de symptomen van een acute bijnierinsufficiëntie adequaat worden herkend en er snel naar kan worden gehandeld.

Op de website kanker.nl vindt u meer informatie over Immuuntherapie.


Deze webpagina, een verdiepingsartikel, is geschreven onder auspiciën van het bestuur van BijnierNET door Thomas Kerhofs, internist-oncoloog in opleiding en het artikel is gepubliceerd op 30 april 2019.