Home » Kwaliteit van zorg – Kwaliteit van leven – Themapagina » Kwaliteitsstandaard Bijnieraandoeningen » Arbeidsparticipatie: generieke module » “ICF-model”

“Het ICF-model”

International Classification of Functioning, Disability and Health (RIVM, 2002; WHO, 2001)

De ICF wordt gebruikt om het menselijk functioneren te beschrijven vanuit drie verschillende perspectieven:

  • Het perspectief van het menselijk organisme
  • Het perspectief van het menselijk handelen
  • Het perspectief van de mens als deelnemer aan het maatschappelijk leven

De ICF onderscheidt verschillende domeinen: lichaamsfuncties en anatomische eigenschappen, activiteiten en participatie.

  • Lichaamsfuncties zijn de fysiologische en mentale eigenschappen van het menselijk organisme. Anatomische eigenschappen betreffen de positie, aanwezigheid, vorm en continuïteit van onderdelen van het menselijk lichaam. Stoornissen zijn afwijkingen in of verlies van functies van anatomische eigenschappen.
  • Activiteiten zijn onderdelen van iemands handelen. Beperkingen zijn de moeilijkheden die iemand heeft met het uitvoeren van activiteiten.
  • Participatie is iemands deelname aan het maatschappelijk leven. Participatieproblemen zijn problemen die iemand heeft met het deelnemen aan het maatschappelijke leven.

Het functioneren is hiermee te beschrijven vanuit lichamelijk, individueel en maatschappelijk perspectief. Bij het formuleren van de inhoud van domeinen worden de domeinen Activiteiten en Participatie gezamenlijk beschreven. Omdat het functioneren

van een patiënt plaatsvindt in een bepaalde context bevat de ICF naast de bovengenoemde domeinen nog twee extra componenten: externe en persoonlijke factoren. Externe factoren vormen de fysieke en sociale omgeving waarin mensen leven. Persoonlijke factoren beschrijft iemands persoonlijke achtergrond. Alle genoemde domeinen beïnvloeden elkaar. Het ICF is een gemeenschappelijk model en is in de klinische praktijk handzaam om de problemen van de patiënt te structureren.

 
Deze pagina is onderdeel van de Kwaliteitsstandaard Bijnieraandoeningen, november 2017. Het is opgenomen als bijlage 6.27.