In deze bijlage 1 van de Kwaliteitsstandaard Bijnieraandoeningen wordt een samenvatting gegeven van de werkwijze en conclusies van de knelpuntenanalyse per bijnieraandoening. Tot slot wordt ook een overzicht gegeven van de ziektespecifieke en generieke modules. De uitgebreide knelpuntenanalyse, zwaarteanalyse, conclusies per aandoening en de (sub)uitgangsvragen zijn beschikbaar voor bestudering via de website van BijnierNET (www.bijniernet.nl).
Bijnierschorsinsufficiëntie
1.1 Werkwijze knelpuntenanalyse bijnierschorsinsufficiëntie
De inventarisatie van knelpunten is uitgevoerd door bestudering van informatie afkomstig uit verschillende (informatie)bronnen. Voor bijnierschorsinsufficiëntie bestond deze inventarisatie uit de volgende onderdelen:
- Literatuuronderzoek en verzameling richtlijncommentaren van experts
- NIVEL onderzoek Bijniervereniging NVACP 2006
- Onderzoek digitaal forum Bijniervereniging NVACP 2011-2015
- Focusgroep (gestructureerde sessie) met ervaringsdeskundigen en mantelzorgers 2015
De informatie afkomstig uit deze 4 bronnen is bestudeerd om mogelijke knelpunten te kunnen identificeren. Voor ieder onderdeel is een lijst met knelpunten samengesteld. Deze longlist met knelpunten is vervolgens gebruikt als achtergrond voor het opstellen van een prioriteringsenquête voor zorgvragers (n=499) en zorgverleners (n=26, 25 internist-endocrinologen, 1 huisarts). Het resultaat was een lijst van 15 knelpunten (10 van de zorgvrager en 5 van de zorgverlener). Daarna werd een zwaarteanalyse uitgevoerd. De zwaarteanalyse bestond uit het inschatten (op een schaal van 1 tot 10) van de complexiteit, de impact en de termijn voor het bemerken van effect na het oplossen van het knelpunt. Vervolgens werden de knelpunten ondergebracht in modules en zijn voor deze knelpunten uitgangs- en subuitgangsvragen gedefinieerd.
1.2 Conclusie knelpuntenanalyse bijnierschorsinsufficiëntie
In onderstaande tabel worden de knelpunten weergegeven met daarbij de keuze voor het soort product en de naam van de module.
Knelpunt |
Soort product |
Module naam |
Diagnostische vertraging |
Generieke module |
Diagnostiek |
Onvoldoende kennis bij zorgverleners over de klachten en verschijnselen van bijnierschorsinsufficiëntie |
Generieke module |
Bevordering kennis en expertise |
Onvoldoende kennis over hoe de diagnose bijnierschorsinsufficiëntie gesteld dient te worden |
Generieke module |
Diagnostiek |
Onvoldoende aandacht voor mogelijke comorbiditeit bij bijnierschorsinsufficiëntie |
Ziektespecifieke module |
Restklachten en comorbiditeit |
Onvoldoende kennis en erkenning van de aandoening in de sociale geneeskunde (b.v. bedrijfsarts, verzekeringsarts) |
Generieke module |
Arbeid en participatie |
Onvoldoende informatieoverdracht aan patiënten over comorbiditeit bij bijnierschorsinsufficiëntie |
Ziektespecifieke module |
Restklachten en comorbiditeit |
Onvolledige uitleg aan patiënten over de mogelijke gevolgen van bijnierschorsinsufficiëntie en de behandeling van de ziekte op de langere termijn |
Ziektespecifieke module |
Restklachten en comorbiditeit |
Onvoldoende aandacht van zorgverleners voor alle zorgaspecten na het stellen van de diagnose |
Generieke module |
Zorgplan |
Onvoldoende samenwerking tussen zorgverleners |
Generieke module |
Organisatie van zorg |
Onvoldoende aandacht voor en hulp bij het in kaart brengen van zorgvragen door patiënten |
Generieke module |
Zorgplan |
Onvoldoende kennisover de waarde van dual-/slow-release preparaten en subcutane continue infusie |
Verdiepingsartikel |
|
Er is vaker sprake van ziekteverzuim, arbeidsongeschiktheid, sociale armoede en financiële problemen bij patiënten |
Generieke module |
Arbeid en participatie |
Er zijn geen uniforme stressinstructies |
Ziektespecifieke module |
Uniforme stressinstructies |
Er zijn “soms” problemen met het verstrekken van medicatie op maat |
Generieke module |
Medicamenteuze behandeling |
Onvoldoende aandacht voor begeleiding bij fertiliteitsvragen en zwangerschap |
Verdiepingsartikel |
Adrenogenitaal syndroom
2.1 Werkwijze knelpuntenanalyse
De inventarisatie van knelpunten is uitgevoerd door bestudering van informatie afkomstig uit verschillende (informatie)bronnen. Voor AGS bestond deze inventarisatie uit de volgende onderdelen:
- Literatuuronderzoek en verzameling richtlijncommentaren uit het veld
- NIVEL rapport volwassenen met AGS 2005
- NIVEL rapport kinderen met AGS en hun ouders 2010
- Digitaal discussieforum Bijniervereniging NVACP 2011-2015
De informatie afkomstig uit deze 4 bronnen is bestudeerd om mogelijke knelpunten te kunnen identificeren. Voor ieder onderdeel is een lijst met knelpunten samengesteld. Deze longlist met knelpunten is vervolgens gebruikt als achtergrond voor het opstellen van een prioriteringsenquête voor zorgvragers (n=27) en voor de interviews met zorgverleners (n=2, kinderarts-endocrinoloog en internist-endocrinoloog). Het resultaat was een lijst van 15 knelpunten (10 van de zorgvrager en 5 van de zorgverlener). Daarna werd een zwaarteanalyse uitgevoerd. De zwaarteanalyse bestond uit het inschatten (op een schaal van 1 tot 10) van de complexiteit, de impact en de termijn voor het bemerken van effect na het oplossen van het knelpunt. Vervolgens werden de knelpunten ondergebracht in modules en zijn voor deze knelpunten uitgangs- en subuitgangsvragen gedefinieerd.
2.2 Conclusie knelpuntenanalyse
In onderstaande tabel worden de knelpunten weergegeven met daarbij de keuze voor het soort product en de naam van de module.
Tabel 3: Conclusie knelpunten, product en omschrijving modules AGS
Knelpunt |
Soort product |
Module naam |
Onvoldoende expertise van de zorgverlener t.a.v. AGS |
Generieke module |
Bevordering kennis en expertise |
Problemen met vergoeding van medicatie |
Generieke module |
Medicamenteuze behandeling |
Onvoldoende uitwisseling van informatie tussen de verschillende zorgverleners |
Generieke module |
Organisatie van zorg |
Er is geen zorgplan aanwezig |
Generieke module |
Zorgplan |
Gebrek aan een centrale zorgverlener |
Generieke module |
Organisatie van zorg |
Onvoldoende aandacht voor effect stellen van de diagnose op partner/familieleden |
Generieke module |
Zorgplan |
Onvoldoende samenwerking tussen de verschillende zorgverleners |
Generieke module |
Organisatie van zorg |
Problemen bij de herkenning van AGS |
Generieke module |
Diagnostiek |
Onvoldoende aandacht voor niet-medische zaken |
Generieke module |
Zorgplan |
Onvoldoende aandacht voor effect stellen van de diagnose op patiënt |
Generieke module |
Zorgplan |
Problemen bij uitvoering en interpretatie van hormoonbepalingen |
Generieke module |
Diagnostiek |
Er zijn geen uniforme stressinstructies |
Ziektespecifieke module |
Uniforme stressinstructies |
Onvoldoende duidelijkheid over de beste wijze van (glucocorticoïd en mineralocorticoïd) behandeling |
Verdiepingsartikel |
|
Onvoldoende inzet van genetisch onderzoek bij de diagnostiek |
Ziektespecifieke module |
Zorg voor volwassenen |
Onvoldoende organisatie van en begeleiding tijdens de transitieperiode |
Ziektespecifieke module |
Zorg tijdens de transitieperiode |
Syndroom van Cushing
3.1 Werkwijze knelpuntenanalyse
De inventarisatie van knelpunten is uitgevoerd door bestudering van informatie afkomstig uit verschillende (informatie)bronnen. Voor het syndroom van Cushing bestond deze inventarisatie uit de volgende onderdelen:
- Literatuuronderzoek en verzameling richtlijncommentaren uit het veld
- NIVEL onderzoek Bijniervereniging NVACP 2006
- Onderzoek digitaal forum Bijniervereniging NVACP 2011-2015
De informatie afkomstig uit deze 3 bronnen is bestudeerd om mogelijke knelpunten te kunnen identificeren. Voor ieder onderdeel is een lijst met knelpunten samengesteld. Deze longlist met knelpunten is vervolgens gebruikt als achtergrond voor het opstellen van een prioriteringsenquête voor zorgvragers (n=169) en voor de interviews met zorgverleners (n=4, 4 internist-endocrinologen). Het resultaat was een lijst van 15 knelpunten (10 van de zorgvrager en 5 van de zorgverlener). Daarna werd een zwaarteanalyse uitgevoerd. De zwaarteanalyse bestond uit het inschatten (op een schaal van 1 tot 10) van de complexiteit, de impact en de termijn voor het bemerken van effect na het oplossen van het knelpunt. Vervolgens werden de knelpunten ondergebracht in modules en zijn voor deze knelpunten uitgangs- en subuitgangsvragen gedefinieerd.
3.2 Conclusie knelpuntenanalyse
In onderstaande tabel worden de knelpunten weergegeven met daarbij de keuze voor het soort product en de naam van de module.
Tabel 4: Conclusie knelpunten, product en omschrijving modules syndroom van Cushing
Knelpunt |
Soort product |
Module naam |
Gebrek aan een centrale zorgverlener |
Generieke module |
Organisatie van zorg |
Restklachten |
Ziekte specifieke module |
Restklachten en comorbiditeit |
Verminderde stressbestendigheid |
Ziekte specifieke module |
Restklachten en comorbiditeit |
Onvoldoende uitwisseling van informatie tussen de verschillende zorgverleners |
Generieke module |
Organisatie van zorg |
Onvoldoende aandacht voor de gevolgen van het stellen van de diagnose syndroom van Cushing op leven partner/familieleden |
Generieke module |
Zorgplan |
Verkeerde behandeling van de aandoening heeft tot problemen geleid |
Generieke module |
Bevordering kennis en expertise |
Niet meteen serieus nemen van ongerustheid |
Generieke module |
Diagnostiek |
Onvoldoende aandacht voor niet-medische zaken |
Generieke module |
Zorgplan |
Onvoldoende expertise van de zorgverlener voor syndroom van Cushing |
Generieke module |
Bevordering kennis en expertise |
Onvoldoende aandacht voor gevolgen van stellen diagnose syndroom van Cushing op leven patiënt |
Generieke module |
Zorgplan |
Diagnostische vertraging |
Generieke module |
Diagnostiek |
Niet tijdig verwijzen van patiënt met hypercortisolisme naar expertisecentrum voor nader onderzoek |
Generieke module |
Diagnostiek |
Onvoldoende aandacht voor comorbiditeit die kan bestaan |
Ziekte specifieke module |
Restklachten en comorbiditeit |
Geen uniforme uitvoering diagnostiek hypercortisolisme |
Generieke module |
Diagnostiek |
Gebrek aan consensus over noodzaak medicamenteuze voorbereiding |
Ziekte specifieke module |
Beleid en begeleiding in de perioperatieve periode |
Feochromocytoom
4.1 Werkwijze knelpuntenanalyse
De inventarisatie van knelpunten is uitgevoerd door bestudering van informatie afkomstig uit verschillende (informatie)bronnen. Voor primair hyperaldosteronisme bestond de inventarisatie uit de volgende onderdelen:
- Literatuuronderzoek en verzameling richtlijncommentaren uit het veld (2015)
- Digitaal discussieforum Bijniervereniging NVACP 2011-2015
De informatie afkomstig uit deze 2 bronnen is bestudeerd om mogelijke knelpunten te kunnen identificeren. Voor ieder onderdeel is een lijst met knelpunten samengesteld. Deze longlist met knelpunten is vervolgens gebruikt als achtergrond voor het opstellen van een prioriteringsenquête voor zorgvragers (n= 43) en voor de interviews met zorgverleners (n=2, 2 internist-endocrinologen). Het resultaat was een lijst van 15 knelpunten (10 van de zorgvrager en 5 van de zorgverlener). Daarna werd een zwaarteanalyse uitgevoerd. De zwaarteanalyse bestond uit het inschatten (op een schaal van 1 tot 10) van de complexiteit, de impact en de termijn voor het bemerken van effect na het oplossen van het knelpunt. Vervolgens werden de knelpunten ondergebracht in modules en zijn voor deze knelpunten uitgangs- en subuitgangsvragen gedefinieerd.
4.2 Conclusie knelpuntenanalyse
In onderstaande tabel worden de knelpunten weergegeven met daarbij de keuze voor het soort product en de naam van de desbetreffende module.
Tabel 5: Conclusie knelpunten, product en omschrijving modules primair hyperaldosteronisme
Knelpunten |
Soort product |
Module naam |
Ontbreken van een centrale zorgverlener |
Generieke module |
Organisatie van zorg |
Onvoldoende kennis over de aandoening heeft tot gezondheidsproblemen geleid |
Generieke module |
Bevordering kennis en expertise |
Diagnostische vertraging |
Generieke module |
Diagnostiek |
Problemen in de organisatie van de zorg |
Generieke module |
Organisatie van zorg |
Onvoldoende samenwerking tussen zorgverleners |
Generieke module |
Organisatie van zorg |
Onvoldoende uitwisseling van informatie tussen zorgverleners |
Generieke module |
Organisatie van zorg |
Resterende klachten ondanks behandeling |
Generieke module |
Zorgplan |
Onvoldoende aandacht voor niet-medische zaken |
Generieke module |
Zorgplan |
Onvoldoende aandacht voor gevolgen van de aandoening voor partner/familieleden |
Generieke module |
Zorgplan |
Ontbreken van een zorgplan |
Generieke module |
Zorgplan |
Onvoldoende ervaring met interpretatie aldosteron renine ratio |
Generieke module |
Diagnostiek |
Problemen bij de uitvoering van de aldosteron/renine ratio bepaling |
Generieke module |
Diagnostiek |
Gebrek aan uniforme uitvoering beeldvorming |
Ziektespecifieke module |
Harmonisatie van beeldvormend onderzoek en uniforme uitvoering AVS |
Gebrek aan uniforme uitvoering en interpretatie AVS |
Ziektespecifieke module |
Uniforme uitvoering AVS |
Problemen bij uitvoering en interpretatie van hormoonbepalingen |
Generieke module |
Diagnostiek |
Conclusies knelpuntenanalyse bijnieraandoeningen
In de onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de knelpunten (gedeeltelijk geclusterd op onderwerp) bij de vijf bijnieraandoeningen. Zo wordt inzichtelijk gemaakt welke knelpunten leiden tot een ziektespecifieke of generieke module. Iedere bijnieraandoening heeft voor een ziekte specifieke module een eigen kleur gekregen (bijnierschorsinsufficiëntie (bruin), AGS (geel), syndroom van Cushing (paars), primair hyperaldosteronisme (groen), feochromocytoom (blauw). De generieke modules hebben een rode kleur. De ziektespecifieke en generieke modules werden aan de hand van de gedefinieerde (sub) uitgangsvragen uitgewerkt.
Tabel 7: Conclusie knelpunten en omzetting naar ziekte-specifieke en generieke modules
[tabel toevoegen]